Informasie oor die woord zich inspannen (Nederlands → Esperanto: peni)

Sinonieme: pogen, streven, trachten, proberen, de moeite nemen

Woordsoortwederkerende werkwoord

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) span mij in(ik) spande mij in
(jij) spant je in(jij) spande je in
(hij) spant zich in(hij) spande zich in
(wij) spannen ons in(wij) spanden ons in
(jullie) spannen ons in(jullie) spanden ons in
(gij) spant u in(gij) spandet u in
(zij) spannen zich in(zij) spanden zich in
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) mij zich inspanne(dat ik) mij inspande
(dat jij) je zich inspanne(dat jij) je inspande
(dat hij) zich zich inspanne(dat hij) zich inspande
(dat wij) ons inspannen(dat wij) ons inspanden
(dat jullie) ons inspannen(dat jullie) ons inspanden
(dat gij) u inspannet(dat gij) u inspandet
(dat zij) zich inspannen(dat zij) zich inspanden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
span je inspant je in
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
zich inspannend, zich inspannende(hebben) zich ingespannen

Voorbeelde van gebruik

Toen hij zich inspande om in de duisternis iets te ontwaren, zag hij een vage beweging in het struikgewas tegen de muur.