Informasie oor die woord pogen (Nederlands → Esperanto: peni)

Sinonieme: streven, trachten, zich inspannen, proberen, de moeite nemen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈpoɣə(n)/
Afbrekingpo·gen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) poog(ik) poogde
(jij) poogt(jij) poogde
(hij) poogt(hij) poogde
(wij) pogen(wij) poogden
(jullie) pogen(jullie) poogden
(gij) poogt(gij) poogdet
(zij) pogen(zij) poogden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) poge(dat ik) poogde
(dat jij) poge(dat jij) poogde
(dat hij) poge(dat hij) poogde
(dat wij) pogen(dat wij) poogden
(dat jullie) pogen(dat jullie) poogden
(dat gij) poget(dat gij) poogdet
(dat zij) pogen(dat zij) poogden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
poogpoogt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
pogend, pogende(hebben) gepoogd

Vertalinge

Duitssich abmühen; sich anstrengen; sich bemühen; sich Mühe geben
Engelsattempt; endeavour; try
Esperantopeni
Faroëeskýta seg; sjabba; strevast
Finskoettaa
Franspeiner
Katalaansesforçar‐se
Nederduitsstreaven
Noorsforsøke
Portugeesdar‐se ao trabalho de; empenhar‐se em; esforçar‐se
Roemeensîncerca; se strădui
Saterfriessik skloawje; sik stängelje
Spaansafanarse; esforzarse