Informasie oor die woord verdrijven (Nederlands → Esperanto: pasigi)

Sinonieme: doorbrengen, besteden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈdrɛi̯və(n)/
Afbrekingver·drij·ven

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) verdrijf(ik) verdreef
(jij) verdrijft(jij) verdreef
(hij) verdrijft(hij) verdreef
(wij) verdrijven(wij) verdreven
(jullie) verdrijven(jullie) verdreven
(gij) verdrijft(gij) verdreeft
(zij) verdrijven(zij) verdreven
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) verdrijve(dat ik) verdreve
(dat jij) verdrijve(dat jij) verdreve
(dat hij) verdrijve(dat hij) verdreve
(dat wij) verdrijven(dat wij) verdreven
(dat jullie) verdrijven(dat jullie) verdreven
(dat gij) verdrijvet(dat gij) verdrevet
(dat zij) verdrijven(dat zij) verdreven
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verdrijfverdrijft
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
verdrijvend, verdrijvende(hebben) verdreven

Vertalinge

Afrikaansdeurbring
Duitsangeben; herreichen; verbringen; zubringen; reichen
Engelspass; spend; get through
Esperantopasigi
Finsviettää
Fransdonner; passer
Grieks (Ou Grieks)ἄγω
Italiaanspassare
Poolsspędzać
Portugeesfazer passar
Saterfriesanreeke; häärreeke; uurlääwerje
Spaansalargar; entregar; llegar; pasar
Walliestreulio
Wes‐Friesoanjaan; oanlangje; oanrikke