Informasie oor die woord ophouden (Nederlands → Esperanto: ne demeti)

Sinoniem: aanlaten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔpɦɑu̯də(n)/
Afbrekingop·houd·en

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) hou op, houd op(ik) hield op
(jij) houdt op(jij) hield op
(hij) houdt op(hij) hield op
(wij) houden op(wij) hielden op
(jullie) houden op(jullie) hielden op
(gij) houdt op(gij) hieldt op
(zij) houden op(zij) hielden op
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) ophoude(dat ik) ophielde
(dat jij) ophoude(dat jij) ophielde
(dat hij) ophoude(dat hij) ophielde
(dat wij) ophouden(dat wij) ophielden
(dat jullie) ophouden(dat jullie) ophielden
(dat gij) ophoudet(dat gij) ophieldet
(dat zij) ophouden(dat zij) ophielden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
hou op, houd ophoudt op
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
ophoudend, ophoudende(hebben) opgehouden

Voorbeelde van gebruik

En wilt u alstublieft uw hoed ophouden, meneer Bond?

Vertalinge

Engelsleave on
Esperantone demeti