Informasie oor die woord misbruiken (Nederlands → Esperanto: misuzi)

Sinoniem: misbruik maken van

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/mɪzˈbrœy̯kə(n)/
Afbrekingmis·brui·ken

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) misbruik(ik) misbruikte
(jij) misbruikt(jij) misbruikte
(hij) misbruikt(hij) misbruikte
(wij) misbruiken(wij) misbruikten
(jullie) misbruiken(jullie) misbruikten
(gij) misbruikt(gij) misbruiktet
(zij) misbruiken(zij) misbruikten
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) misbruike(dat ik) misbruikte
(dat jij) misbruike(dat jij) misbruikte
(dat hij) misbruike(dat hij) misbruikte
(dat wij) misbruiken(dat wij) misbruikten
(dat jullie) misbruiken(dat jullie) misbruikten
(dat gij) misbruiket(dat gij) misbruiktet
(dat zij) misbruiken(dat zij) misbruikten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
misbruikmisbruikt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
misbruikend, misbruikende(hebben) misbruikt

Voorbeelde van gebruik

De 30‐jarige man zou de vrouw de dagen daarna seksueel hebben misbruikt.
Terwijl de „baas” haar op alle mogelijke manieren misbruikt, maken de twee Belgen foto’s met een digitale camera.

Vertalinge

Albaniesabuzoj; shpërdor; shpërdoroj
Engelsabuse; misuse
Esperantomisuzi
Faroëesmisnýta
Fransabuser
Latynabuti
Papiamentsabusá di; abuzá di; maluzá
Portugeesempregar mal; fazer mau uso de
Skotsdisabuise
Spaansabusar
Wes‐Friesmisbrûke