Informasie oor die woord situeren (Nederlands → Esperanto: loki)

Sinonieme: plaatsen, stationeren

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) situeer(ik) situeerd
(jij) situeert(jij) situeerd
(hij) situeert(hij) situeerd
(wij) situeren(wij) situeerden
(jullie) situeren(jullie) situeerden
(gij) situeert(gij) situeerdt
(zij) situeren(zij) situeerden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) situere(dat ik) situeerde
(dat jij) situere(dat jij) situeerde
(dat hij) situere(dat hij) situeerde
(dat wij) situeren(dat wij) situeerden
(dat jullie) situeren(dat jullie) situeerden
(dat gij) situeret(dat gij) situeerdet
(dat zij) situeren(dat zij) situeerden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
situeersitueert
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
situerend, situerende(hebben) gesitueerd

Vertalinge

Duitslegen; stellen
Engelslocate
Esperantoloki
Fransplacer; poser; situer
Portugeesacomodar; colocar
Saterfrieslääse; staale
Spaansacomodar; situar
Tsjeggiesdát; položit; postavit; umístit