Informasie oor die woord kwijtschelden (Nederlands → Esperanto: kvitigi)

Sinonieme: vereffenen, verrekenen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈkʋɛi̯tsxɛldə(n)/
Afbrekingkwijt·schel·den

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) scheld kwijt(ik) schold kwijt
(jij) scheldt kwijt(jij) schold kwijt
(hij) scheldt kwijt(hij) schold kwijt
(wij) schelden kwijt(wij) scholden kwijt
(jullie) schelden kwijt(jullie) scholden kwijt
(gij) scheldt kwijt(gij) scholdt kwijt
(zij) schelden kwijt(zij) scholden kwijt
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) kwijtschelde(dat ik) kwijtscholde
(dat jij) kwijtschelde(dat jij) kwijtscholde
(dat hij) kwijtschelde(dat hij) kwijtscholde
(dat wij) kwijtschelden(dat wij) kwijtscholden
(dat jullie) kwijtschelden(dat jullie) kwijtscholden
(dat gij) kwijtscheldet(dat gij) kwijtscholdet
(dat zij) kwijtschelden(dat zij) kwijtscholden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
scheld kwijtscheldt kwijt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
kwijtscheldend, kwijtscheldende(hebben) kwijtgescholden

Vertalinge

Afrikaansvereffen
Duitsentlasten
Engelsacquit; cancel; clear; square
Esperantokvitigi
Faroëeseftirgeva
Fransacquitter; dégager