Informasie oor die woord wennen (Nederlands → Esperanto: kutimigi)

Sinonieme: aanwennen, gewoon maken

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) wen(ik) wende
(jij) went(jij) wende
(hij) went(hij) wende
(wij) wennen(wij) wenden
(jullie) wennen(jullie) wenden
(gij) went(gij) wendet
(zij) wennen(zij) wenden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) wenne(dat ik) wende
(dat jij) wenne(dat jij) wende
(dat hij) wenne(dat hij) wende
(dat wij) wennen(dat wij) wenden
(dat jullie) wennen(dat jullie) wenden
(dat gij) wennet(dat gij) wendet
(dat zij) wennen(dat zij) wenden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
wenwent
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
wennend, wennende(hebben) gewend

Vertalinge

Duitsgewöhnen; angewöhnen; zu einer Gewohnheit bringen
Engelsaccustom
Esperantokutimigi
Fransaccoutumer; habituer
Nederduitswennen
Saterfrieswoane
Turksalıştırmak
Wes‐Friesoanwenne