Informasie oor die woord vergaderen (Nederlands → Esperanto: kunveni)

Sinonieme: bijeenkomen, samenkomen, meekomen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈɣadərə(n)/
Afbrekingver·ga·de·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) vergader(ik) vergaderde
(jij) vergadert(jij) vergaderde
(hij) vergadert(hij) vergaderde
(wij) vergaderen(wij) vergaderden
(jullie) vergaderen(jullie) vergaderden
(gij) vergadert(gij) vergaderdet
(zij) vergaderen(zij) vergaderden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) vergadere(dat ik) vergaderde
(dat jij) vergadere(dat jij) vergaderde
(dat hij) vergadere(dat hij) vergaderde
(dat wij) vergaderen(dat wij) vergaderden
(dat jullie) vergaderen(dat jullie) vergaderden
(dat gij) vergaderet(dat gij) vergaderdet
(dat zij) vergaderen(dat zij) vergaderden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
vergadervergadert
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
vergaderend, vergaderende(zijn) vergaderd

Voorbeelde van gebruik

In de loop zijner rede schilderde de predikant het beminnelijk karakter der veelbelovende jeugdige overledenen zó aangrijpend af, dat elk lid der vergaderde gemeente zich het hart voelde toeknijpen bij de gedachte aan zijne opzettelijke verblinding, die halsstarrig niets dan fouten en gebreken in de arme knapen had willen ontdekken.

Vertalinge

Afrikaansbyeenkom; saamkom; vergader
Deensforsamles
Duitssich treffen; sich versammeln; zusammenkommen; zusammentreffen; mitkommen
Engelsassemble; congregate; gather
Esperantokunveni
Faroëeshittast; koma saman
Fransréunir
Grieksαθροίζω
Latyncoire
Portugeesreunir‐se
Saterfriessik fersammelje; sik mäite; sik träffe; touhoopekuume
Spaansreunirse
Wes‐Friesgearkomme