Informasie oor die woord vormen (Nederlands → Esperanto: konfirmi)

Sinonieme: bekrachtigen, bevestigen, erkennen, staven

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈvɔrmə(n)/
Afbrekingvor·men

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) vorm(ik) vormde
(jij) vormt(jij) vormde
(hij) vormt(hij) vormde
(wij) vormen(wij) vormden
(jullie) vormen(jullie) vormden
(gij) vormt(gij) vormdet
(zij) vormen(zij) vormden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) vorme(dat ik) vormde
(dat jij) vorme(dat jij) vormde
(dat hij) vorme(dat hij) vormde
(dat wij) vormen(dat wij) vormden
(dat jullie) vormen(dat jullie) vormden
(dat gij) vormet(dat gij) vormdet
(dat zij) vormen(dat zij) vormden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
vormvormt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
vormend, vormende(hebben) gevormd

Vertalinge

Afrikaanserken; bevestig
Deensbekræfte
Duitsbekräftigen; bestätigen; konfirmieren; bestärken
Engelsconfirm
Esperantokonfirmi
Faroëesstaðfesta; vátta
Finsvahvistaa
Fransconfirmer
Italiaansconfermare
Katalaansconfirmar
Latynconfirmare
Nederduitsbevästigen
Portugeesconfirmar; homologar; ratificar
Saterfriesbekräftigje; bestäätigje; konfirmierje
Spaansconfirmar
Wes‐Friesbefêstigje