Informasie oor die woord bekrachtigen (Nederlands → Esperanto: konfirmi)

Sinonieme: bevestigen, erkennen, staven, vormen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈkrɑxtəɣə(n)/
Afbrekingbe·krach·ti·gen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) bekrachtig(ik) bekrachtigde
(jij) bekrachtigt(jij) bekrachtigde
(hij) bekrachtigt(hij) bekrachtigde
(wij) bekrachtigen(wij) bekrachtigden
(jullie) bekrachtigen(jullie) bekrachtigden
(gij) bekrachtigt(gij) bekrachtigdet
(zij) bekrachtigen(zij) bekrachtigden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) bekrachtige(dat ik) bekrachtigde
(dat jij) bekrachtige(dat jij) bekrachtigde
(dat hij) bekrachtige(dat hij) bekrachtigde
(dat wij) bekrachtigen(dat wij) bekrachtigden
(dat jullie) bekrachtigen(dat jullie) bekrachtigden
(dat gij) bekrachtiget(dat gij) bekrachtigdet
(dat zij) bekrachtigen(dat zij) bekrachtigden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bekrachtigbekrachtigt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
bekrachtigend, bekrachtigende(hebben) bekrachtigd

Vertalinge

Afrikaanserken; bevestig
Deensbekræfte
Duitsbekräftigen; bestätigen; konfirmieren; bestärken
Engelsconfirm; corroborate
Esperantokonfirmi
Faroëesstaðfesta; vátta
Finsvahvistaa
Fransconfirmer
Italiaansconfermare
Katalaansconfirmar
Latynconfirmare
Nederduitsbevästigen
Portugeesconfirmar; homologar; ratificar
Saterfriesbekräftigje; bestäätigje; konfirmierje
Spaansconfirmar
Wes‐Friesbefêstigje