Informasie oor die woord accrediteren (Nederlands → Esperanto: akrediti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɑkrediˈteːrə(n)/
Afbrekingac·cre·di·te·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) accrediteer(ik) accrediteerde
(jij) accrediteert(jij) accrediteerde
(hij) accrediteert(hij) accrediteerde
(wij) accrediteren(wij) accrediteerden
(jullie) accrediteren(jullie) accrediteerden
(gij) accrediteert(gij) accrediteerdet
(zij) accrediteren(zij) accrediteerden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) accreditere(dat ik) accrediteerde
(dat jij) accreditere(dat jij) accrediteerde
(dat hij) accreditere(dat hij) accrediteerde
(dat wij) accrediteren(dat wij) accrediteerden
(dat jullie) accrediteren(dat jullie) accrediteerden
(dat gij) accrediteret(dat gij) accrediteerdet
(dat zij) accrediteren(dat zij) accrediteerden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
accrediteeraccrediteert
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
accrediterend, accrediterende(hebben) geaccrediteerd

Vertalinge

Duitsakkreditieren; beglaubigen; bevollmächtigen
Engelsaccredit
Esperantoakrediti
Fransaccréditer
Hongaarsakkreditál
Katalaansacreditar
Portugeesacreditar
Spaansacreditar
Yslandslöggilda; veita umboð; viðurkenna sem fullgildan