Informasie oor die woord omkeren (Nederlands → Esperanto: inversigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔmkeːrə(n)/
Afbrekingom·ke·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) keer om(ik) keerde om
(jij) keert om(jij) keerde om
(hij) keert om(hij) keerde om
(wij) keren om(wij) keerden om
(jullie) keren om(jullie) keerden om
(gij) keert om(gij) keerdet om
(zij) keren om(zij) keerden om
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) omkere(dat ik) omkeerde
(dat jij) omkere(dat jij) omkeerde
(dat hij) omkere(dat hij) omkeerde
(dat wij) omkeren(dat wij) omkeerden
(dat jullie) omkeren(dat jullie) omkeerden
(dat gij) omkeret(dat gij) omkeerdet
(dat zij) omkeren(dat zij) omkeerden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
keer omkeert om
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
omkerend, omkerende(hebben) omgekeerd

Vertalinge

Duitsinvertieren; umkehren; umstellen
Engelsturn; invert; reverse
Esperantoinversigi
Fransretourner
Spaansinvertir