Informasie oor die woord spatiëren (Nederlands → Esperanto: interspacigi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) spatieer(ik) spatieerde
(jij) spatieert(jij) spatieerde
(hij) spatieert(hij) spatieerde
(wij) spatiëren(wij) spatieerden
(jullie) spatiëren(jullie) spatieerden
(gij) spatieert(gij) spatieerdet
(zij) spatiëren(zij) spatieerden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) spatiëre(dat ik) spatieerde
(dat jij) spatiëre(dat jij) spatieerde
(dat hij) spatiëre(dat hij) spatieerde
(dat wij) spatiëren(dat wij) spatieerden
(dat jullie) spatiëren(dat jullie) spatieerden
(dat gij) spatiëret(dat gij) spatieerdet
(dat zij) spatiëren(dat zij) spatieerden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
spatieerspatieert
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
spatiërend, spatiërende(hebben) gespatieerd

Vertalinge

Engelsspace
Esperantointerspacigi