Informasie oor die woord zich voorstellen (Nederlands → Esperanto: intenci)

Sinonieme: beogen, van plan zijn, van zins zijn, voorhebben, voornemens zijn, in de zin hebben, zinnens zijn

Woordsoortwederkerende werkwoord

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) stel mij voor(ik) stelde mij voor
(jij) stelt je voor(jij) stelde je voor
(hij) stelt zich voor(hij) stelde zich voor
(wij) stellen ons voor(wij) stelden ons voor
(jullie) stellen ons voor(jullie) stelden ons voor
(gij) stelt u voor(gij) steldet u voor
(zij) stellen zich voor(zij) stelden zich voor
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) mij voorstelle(dat ik) mij voorstelde
(dat jij) je voorstelle(dat jij) je voorstelde
(dat hij) zich voorstelle(dat hij) zich voorstelde
(dat wij) ons voorstellen(dat wij) ons voorstelden
(dat jullie) ons voorstellen(dat jullie) ons voorstelden
(dat gij) u voorstellet(dat gij) u voorsteldet
(dat zij) zich voorstellen(dat zij) zich voorstelden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
stel je voorstelt je voor
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
zich voorstellend, zich voorstellende(hebben) zich voorgesteld

Voorbeelde van gebruik

En hoe stelt u zich voor dit te doen?