Informasie oor die woord insluiten (Nederlands → Esperanto: inkluzivi)

Sinoniem: betrekken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɪnslœy̯tə(n)/
Afbrekingin·slui·ten

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) sluit in(ik) sloot in
(jij) sluit in(jij) sloot in
(hij) sluit in(hij) sloot in
(wij) sluiten in(wij) sloten in
(jullie) sluiten in(jullie) sloten in
(gij) sluit in(gij) sloot in
(zij) sluiten in(zij) sloten in
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) insluite(dat ik) inslote
(dat jij) insluite(dat jij) inslote
(dat hij) insluite(dat hij) inslote
(dat wij) insluiten(dat wij) insloten
(dat jullie) insluiten(dat jullie) insloten
(dat gij) insluitet(dat gij) inslotet
(dat zij) insluiten(dat zij) insloten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
sluit insluit in
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
insluitend, insluitende(hebben) ingesloten

Vertalinge

Afrikaansinsluit
Deensindeslutte
Duitseinschließen; einbeziehen
Engelsinclude
Esperantoinkluzivi; inkludi
Portugeesabarcar; abranger; incluir
Spaansincluir