Informasie oor die woord trekken (Nederlands → Esperanto: infuziĝi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈtrɛkə(n)/
Afbrekingtrek·ken

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(hij) trekt(hij) trok
(zij) trekken(zij) trokken
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat hij) trekke(dat hij) trokke
(dat zij) trekken(dat zij) trokken
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
trekkend, trekkende(hebben) getrokken

Vertalinge

Engelsdraw
Esperantoinfuziĝi