Informasie oor die woord identificeren (Nederlands → Esperanto: identigi)

Sinoniem: thuisbrengen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/idɛntifiˈseːrə(n)/
Afbrekingiden·ti·fi·ce·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) identificeer(ik) identificeerde
(jij) identificeert(jij) identificeerde
(hij) identificeert(hij) identificeerde
(wij) identificeren(wij) identificeerden
(jullie) identificeren(jullie) identificeerden
(gij) identificeert(gij) identificeerdet
(zij) identificeren(zij) identificeerden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) identificere(dat ik) identificeerde
(dat jij) identificere(dat jij) identificeerde
(dat hij) identificere(dat hij) identificeerde
(dat wij) identificeren(dat wij) identificeerden
(dat jullie) identificeren(dat jullie) identificeerden
(dat gij) identificeret(dat gij) identificeerdet
(dat zij) identificeren(dat zij) identificeerden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
identificeeridentificeert
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
identificerend, identificerende(hebben) geïdentificeerd

Voorbeelde van gebruik

Hoe moet de koerier van de koningin zich identificeren?
De lichamen waren zo verkoold dat we niemand meer konden identificeren.
Waarom bent u er zo op gebrand dat meneer Farrell geïndentificeerd wordt?
Het werd door zijn familie geïdentificeerd.

Vertalinge

Deensidentificere
Duitsidentifizieren; die Identität feststellen; erkennen; gleichstellen; gleichsetzen
Engelsidentify
Esperantoidentigi
Fransidentifier; situer
Papiamentsidentifiká
Portugeesidentificar
Roemeensidentifica
Saterfriesidentifizierje
Spaansidentificar
Tsjeggiesidentifikovat