Informasie oor die woord historie (Nederlands → Esperanto: historio)

Sinonieme: geschiedenis, verhaal

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ɦɪsˈtori/
Afbrekinghis·to·rie
Geslagvroulik
Meervoudhistories, historiën

Voorbeelde van gebruik

Wie geïnteresseerd is in de historie van Alkmaar moet beslist het Stedelijk Museum bezoeken.
Vanuit de historie zijn Gorbačëvs opmerkingen te begrijpen.
Weldra kwam ik aan de bekende passage waar Ethelred, de held van de historie, na vergeefs te hebben getracht op vriendschappelijke wijze bij de kluizenaar te worden toegelaten, zich met geweld toegang verschaft.
Merkwaardig genoeg begint deze historie van mij op dezelfde manier, alleen was de dame die deze uitroep slaakte, geen hertogin.

Vertalinge

Afrikaansgeskiedenis; storie
Deenshistorie
DuitsGeschichte; Historie; Werdegang; Erzählung
Engelsstory; history
Esperantohistorio
Faroëessøga
Finshistoria
Franshistoire
Hongaarstörténelem
Italiaansstoria
Jiddisjמעשׂה
Katalaanshistòria
Maleissejarah
Nederduitsverhaal; geskydenisse; history; verhål
Papiamentshistoria
Portugeesconto; crónica; história
Roemeensistorie
Russiesистория
SaterfriesDööntjen; Fertälster; Geschichte; Geskichte
Skotsstory
Skots-Gaelieseachdraidh
Spaanshistoria
Sweedshistoria
Thaiเรื่อง; ประวิติศาสตร์
Tsjeggiesdějepis; dějiny; historie; příběh
Wes‐Friesskiednis