Informasie oor die woord ophelderen (Nederlands → Esperanto: heliĝi)

Sinonieme: opklaren, oplichten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔpɦɛldərə(n)/
Afbrekingop·hel·de·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) helder op(ik) helderde op
(jij) heldert op(jij) helderde op
(hij) heldert op(hij) helderde op
(wij) helderen op(wij) helderden op
(jullie) helderen op(jullie) helderden op
(gij) heldert op(gij) helderdet op
(zij) helderen op(zij) helderden op
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) opheldere(dat ik) ophelderde
(dat jij) opheldere(dat jij) ophelderde
(dat hij) opheldere(dat hij) ophelderde
(dat wij) ophelderen(dat wij) ophelderden
(dat jullie) ophelderen(dat jullie) ophelderden
(dat gij) ophelderet(dat gij) ophelderdet
(dat zij) ophelderen(dat zij) ophelderden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
helder opheldert op
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
ophelderend, ophelderende(zijn) opgehelderd

Vertalinge

Duitssich aufhellen
Engelsclear
Esperantoheliĝi
Saterfriesapkloorje; apljuchte