Informasie oor die woord flank (Nederlands → Esperanto: flanko)

Sinonieme: zij, zijde

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈflɑŋk/
Afbrekingflank
Geslaghistories vroulik, teënwoordig ook manlik
Meervoudflanken

Voorbeelde van gebruik

Met de Tories in het midden en de indianen op de flanken kwam de vijand in golven uit het bos te voorschijn en waaierde uit over de vlakte, proberend om in een snelle manoeuvre het groepje te omsingelen.
Op een gegeven moment ging hij naast de vrouw rijden en maakte een stuurbeweging naar rechts waarop hij tegen de flank van de auto van de vrouw reed.
Vijf Franse bergbeklimmers zijn omgekomen op de flanken van de Mont Blanc.

Vertalinge

Afrikaanskant; sykant
Albaniesanë
Deensside
DuitsFlanke; Seite; Hank
Engelsside; flank
Engels (Ou Engels)side
Esperantoflanko
Faroëeslið; síða
Finssivu
Franscôté; flanc
Italiaansfianco; lato
Katalaansbanda; cantó; costat
Latyncosta; latus
LuxemburgsSäit
Nederduitskant
Papiamentsbanda; kanchi
Poolsbok; strona
Portugeesbanda; costado; flanco; lado
Russiesбок
SaterfriesFlanke; Siede
Skots-Gaeliescliathach; taobh
Spaanscostado; lado
Sranansey
Sweedsflank; kant; sida
Thaiข้าง; ด้าน
Tsjeggiesbok; strana; stránka
Yslandssíða