Informasie oor die woord visserij (Nederlands → Esperanto: fiŝkaptado)

Sinoniem: visvangst

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/vɪsəˈrɛi̯/
Afbrekingvis·se·rij

Voorbeelde van gebruik

Men leefde daar van de handel en de visserij.

Vertalinge

Afrikaansvissery
DuitsFischen; Fischerei; Fischfang
Engelsfishery
Esperantofiŝkaptado; fiŝado
Wes‐Friesfiskerij