Informasie oor die woord afhandelen (Nederlands → Esperanto: findecidi)

Sinoniem: beslechten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɑfɦɑndələ(n)/
Afbrekingaf·han·de·len

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) handel af(ik) handel af
(jij) handelt af(jij) handel af
(hij) handelt af(hij) handel af
(wij) handelen af(wij) handelen af
(jullie) handelen af(jullie) handelen af
(gij) handelt af(gij) handelt af
(zij) handelen af(zij) handelen af
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) afhandele(dat ik) afhandele
(dat jij) afhandele(dat jij) afhandele
(dat hij) afhandele(dat hij) afhandele
(dat wij) afhandelen(dat wij) afhandelen
(dat jullie) afhandelen(dat jullie) afhandelen
(dat gij) afhandelet(dat gij) afhandelet
(dat zij) afhandelen(dat zij) afhandelen
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
handel afhandelt af
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
afhandelend, afhandelende(hebben) afgehandeld

Vertalinge

Engelsconclude; dispatch; settle
Esperantofindecidi
Fransse résoudre à
Roemeensconcluziona