Informasie oor die woord toegaan (Nederlands → Esperanto: fermiĝi)

Sinonieme: dichtgaan, sluiten, toegroeien, toevallen, zich sluiten

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) ga toe(ik) ging toe
(jij) gaat toe(jij) ging toe
(hij) gaat toe(hij) ging toe
(wij) gaan toe(wij) gingen toe
(jullie) gaan toe(jullie) gingen toe
(gij) gaat toe(gij) gingt toe
(zij) gaan toe(zij) gingen toe
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) toega(dat ik) toeginge
(dat jij) toega(dat jij) toeginge
(dat hij) toega(dat hij) toeginge
(dat wij) toegaan(dat wij) toegingen
(dat jullie) toegaan(dat jullie) toegingen
(dat gij) toegaat(dat gij) toeginget
(dat zij) toegaan(dat zij) toegingen
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
toegaand, toegaande(zijn) toegegaan

Vertalinge

Duitszufallen; zugehen; sich schließen
Engelsclose
Esperantofermiĝi
Poolszamykać się
Portugeesfechar‐se
Saterfriestichtfaale; toufaale