Informasie oor die woord blijven (Nederlands → Esperanto: ‐adi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈblɛi̯və(n)/
Afbrekingblij·ven

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) blijf(ik) bleef
(jij) blijft(jij) bleef
(hij) blijft(hij) bleef
(wij) blijven(wij) bleven
(jullie) blijven(jullie) bleven
(gij) blijft(gij) bleeft
(zij) blijven(zij) bleven
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) blijve(dat ik) bleve
(dat jij) blijve(dat jij) bleve
(dat hij) blijve(dat hij) bleve
(dat wij) blijven(dat wij) bleven
(dat jullie) blijven(dat jullie) bleven
(dat gij) blijvet(dat gij) blevet
(dat zij) blijven(dat zij) bleven
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
blijfblijft
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
blijvend, blijvende(zijn) gebleven

Voorbeelde van gebruik

Juffrouw Taylor bleef naast hem lopen, en hervatte haar ondervraging.
Zij bleven een ogenblik staan, van schrik blijkbaar.
Daarna blijve hij gedurende een volle minuut in een smartelijk nadenken verzonken.
Hij denkt dat de twee generaals blijven vechten totdat er één verliest.

Vertalinge

Engelskeep
Esperanto‐adi
Franscontinuer; continuer à
Nederduitsblyven
Spaanscontinuar siendo; seguir siendo
Wes‐Friesbliuwe