Informasie oor die woord blijken (Nederlands → Esperanto: evidentiĝi)

Sinoniem: duidelijk worden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈblɛi̯kə(n)/
Afbrekingblij·ken

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) blijk(ik) bleek
(jij) blijkt(jij) bleek
(hij) blijkt(hij) bleek
(wij) blijken(wij) bleken
(jullie) blijken(jullie) bleken
(gij) blijkt(gij) bleekt
(zij) blijken(zij) bleken
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) blijke(dat ik) bleke
(dat jij) blijke(dat jij) bleke
(dat hij) blijke(dat hij) bleke
(dat wij) blijken(dat wij) bleken
(dat jullie) blijken(dat jullie) bleken
(dat gij) blijket(dat gij) bleket
(dat zij) blijken(dat zij) bleken
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
blijkend, blijkende(zijn) gebleken

Voorbeelde van gebruik

Nu, dat Tom Poes gelijk had, bleek al spoedig.

Vertalinge

Engelsprove
Esperantoevidentiĝi; aperi
Nederduitsbleaken
Poolsokazać się
Spaansevidenciarse; resultar
Wes‐Friesblike