Informasie oor die woord inmengen (Nederlands → Esperanto: enmiksi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɪmɛŋə(n)/
Afbrekingin·men·gen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) meng in(ik) mengde in
(jij) mengt in(jij) mengde in
(hij) mengt in(hij) mengde in
(wij) mengen in(wij) mengden in
(jullie) mengen in(jullie) mengden in
(gij) mengt in(gij) mengdet in
(zij) mengen in(zij) mengden in
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) inmenge(dat ik) inmengde
(dat jij) inmenge(dat jij) inmengde
(dat hij) inmenge(dat hij) inmengde
(dat wij) inmengen(dat wij) inmengden
(dat jullie) inmengen(dat jullie) inmengden
(dat gij) inmenget(dat gij) inmengdet
(dat zij) inmengen(dat zij) inmengden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
meng inmengt in
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
inmengend, inmengende(hebben) ingemengd

Vertalinge

Duitseinmengen
Engelsinvolve
Esperantoenmiksi