Informasie oor die woord emotie (Nederlands → Esperanto: emocio)

Sinonieme: aandoening, bewogenheid, roersel, ontroering

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/eˈmo(t)si/
Afbrekingemo·tie
Geslagvroulik
Meervoudemoties

Voorbeelde van gebruik

Toen majoor Smythe klaar was met het vertellen van zijn verhaal zei Bond, zonder emotie te tonen: „Ja, zo had ik het me al ongeveer gedacht.”
Van emotie kon Reith nauwelijks spreken.
Eigennamen roepen vaak emoties op.
De jonge Egyptenaar leunde naar voren en zijn donkere ogen glinsterden van emotie.
Hij draaide zich overmand door emotie om en wankelde weg.

Vertalinge

Deensfølelse
DuitsBewegung; Rührung; Emotion; Gemütsbewegung
Engelsemotion
Esperantoemocio
Faroëessinnisrørsla
Fransémotion
Katalaansemoció
Nederduitsandoning
Noorsfølelse
Papiamentsemoshon
Portugeesabalo; comoção; emoção
SaterfriesBewäägenge; Rüürenge
Spaansemoción
Sweedskänsla; sinnesrörelse
Tsjeggiesdojetí; pohnutí
Wes‐Friesoandienens; oandwaning
Yslandstilfinning