Informasie oor die woord afwerpen (Nederlands → Esperanto: elseligi)

Sinonieme: uit het zadel lichten, uit het zadel werpen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɑfʋɛrpə(n)/
Afbrekingaf·wer·pen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) werp af(ik) wierp af
(jij) werpt af(jij) wierp af
(hij) werpt af(hij) wierp af
(wij) werpen af(wij) wierpen af
(jullie) werpen af(jullie) wierpen af
(gij) werpt af(gij) wierpt af
(zij) werpen af(zij) wierpen af
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) afwerpe(dat ik) afwierpe
(dat jij) afwerpe(dat jij) afwierpe
(dat hij) afwerpe(dat hij) afwierpe
(dat wij) afwerpen(dat wij) afwierpen
(dat jullie) afwerpen(dat jullie) afwierpen
(dat gij) afwerpet(dat gij) afwierpet
(dat zij) afwerpen(dat zij) afwierpen
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
werp afwerpt af
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
afwerpend, afwerpende(hebben) afgeworpen

Voorbeelde van gebruik

Ze zou mij afgeworpen hebben als ze de kans had gekregen!

Vertalinge

Engelscast; shed
Esperantoelseligi
Wes‐Friesôfsmite