Informasie oor die woord dik (Nederlands → Esperanto: intima)

Sinoniem: gezellig

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/dɪk/
Afbrekingdik

Trappe van vergelyking

Stellende trapdik
Vergrotende trapdikker
Oortreffende trapdikst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOortreffende trap
Predikatiefdikdikker(het) dikst, (het) dikste
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervouddikkedikkeredikste
Onsydige enkelvouddikdikkerdikst
Meervouddikkedikkeredikste
Bepaalddikkedikkeredikste
Partitiefdiksdikkers 

Voorbeelde van gebruik

Ruim vier maanden geleden was hij in het kamp aangekomen en hij en Puc waren als snel dikke vrienden geworden.

Vertalinge

Engelsclose
Esperantointima