Informasie oor die woord sluiten (Nederlands → Esperanto: konkludi)

Sinoniem: afsluiten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈslœy̯̯tə(n)/
Afbrekingslui·ten

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) sluit(ik) sloot
(jij) sluit(jij) sloot
(hij) sluit(hij) sloot
(wij) sluiten(wij) sloten
(jullie) sluiten(jullie) sloten
(gij) sluit(gij) sloot
(zij) sluiten(zij) sloten
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) sluite(dat ik) slote
(dat jij) sluite(dat jij) slote
(dat hij) sluite(dat hij) slote
(dat wij) sluiten(dat wij) sloten
(dat jullie) sluiten(dat jullie) sloten
(dat gij) sluitet(dat gij) slotet
(dat zij) sluiten(dat zij) sloten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
sluitsluit
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
sluitend, sluitende(hebben) gesloten

Voorbeelde van gebruik

Finland sluit op maandag 18 december een defensieovereenkomst met de Verenigde Staten.

Vertalinge

Engelsconclude
Esperantokonkludi