Informasie oor die woord muur (Nederlands → Esperanto: muro)

Sinoniem: wand

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/myːr/
Afbrekingmuur
Geslagmanlik
Meervoudmuren

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
muurtjemuurtjes

Voorbeelde van gebruik

De meeste dwergen waren door de muur van schilden heen gebroken en hadden het te druk om op hem te letten, maar een paar die dichterbij stonden, staakten hun aanval en keken omhoog.

Vertalinge

Afrikaansmuur
Esperantomuro
Wes‐Friesmuorre