Informasie oor die woord nabij (Nederlands → Esperanto: proksima)

Sinonieme: nabijgelegen, dichtbij

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/naˈbɛi̯/
Afbrekingna·bij

Trappe van vergelyking

Stellende trapnabij
Vergrotende trapnabijer
Oortreffende trapnabijst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOortreffende trap
Predikatiefnabijnabijer(het) nabijst, (het) nabijste
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudnabijenabijerenabijste
Onsydige enkelvoudnabijnabijernabijst
Meervoudnabijenabijerenabijste
Bepaaldnabijenabijerenabijste
Partitiefnabijsnabijers 

Voorbeelde van gebruik

Politie heeft campinggasten begeleid naar het nabije stadje Brežice.

Vertalinge

Albaniesafërm
Duitsbevorstehend; künftig; nächst; nahe
Engelsclose; near; nearby
Esperantoproksima
Finsläheinen
Fransprochaine; proche
Italiaansprossimo
Katalaansproper; pròxim
Poolsbliski
Portugeesjunto; próximo
Russiesблизкий
Saterfriesbefoarstoundend; kuumend; touken
Spaanscercano; entrante; próximo
Thaiใกล้
Tsjeggiesblízko; blízký
Wes‐Friesoankomme