Informasie oor die woord leggen (Nederlands → Esperanto: meti)

Sinoniem: stellen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈlɛɣə(n)/
Afbrekingleg·gen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) leg(ik) legde
(jij) legt(jij) legde
(hij) legt(hij) legde
(wij) leggen(wij) legden
(jullie) leggen(jullie) legden
(gij) legt(gij) legdet
(zij) leggen(zij) legden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) legge(dat ik) legde
(dat jij) legge(dat jij) legde
(dat hij) legge(dat hij) legde
(dat wij) leggen(dat wij) legden
(dat jullie) leggen(dat jullie) legden
(dat gij) legget(dat gij) legdet
(dat zij) leggen(dat zij) legden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
leglegt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
leggend, leggende(hebben) gelegd

Voorbeelde van gebruik

Forum voor Democratie‐leider Thierry Baudet legt de schuld van de Russische inval bij het Westen.

Vertalinge

Engelsput; place
Esperantometi