Informasie oor die woord verstoren (Nederlands → Esperanto: interrompi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈstoːrə(n)/
Afbrekingver·sto·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) verstoor(ik) verstoorde
(jij) verstoort(jij) verstoorde
(hij) verstoort(hij) verstoorde
(wij) verstoren(wij) verstoorden
(jullie) verstoren(jullie) verstoorden
(gij) verstoort(gij) verstoordet
(zij) verstoren(zij) verstoorden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) verstore(dat ik) verstoorde
(dat jij) verstore(dat jij) verstoorde
(dat hij) verstore(dat hij) verstoorde
(dat wij) verstoren(dat wij) verstoorden
(dat jullie) verstoren(dat jullie) verstoorden
(dat gij) verstoret(dat gij) verstoordet
(dat zij) verstoren(dat zij) verstoorden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verstoorverstoort
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
verstorend, verstorende(hebben) verstoord

Voorbeelde van gebruik

Maar zij mogen de begrafenis toch niet verstoren?

Vertalinge

Afrikaansonderbreek
Duitsstören
Engelsdisrupt
Esperantointerrompi