Informasie oor die woord ontroering (Nederlands → Esperanto: emocio)

Sinonieme: aandoening, bewogenheid, emotie, roersel

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ɔnˈtruːrɪŋ/
Afbrekingont·roe·ring

Voorbeelde van gebruik

Niet zonder enige ontroering maakte ik mij gereed om mijn taak te vervullen.
Ook elders in de stad wekte het bericht over heer Bommels moeilijkheden ontroering.

Vertalinge

Deensfølelse
DuitsBewegung; Rührung; Emotion; Gemütsbewegung
Engelsemotion
Esperantoemocio
Faroëessinnisrørsla
Fransémotion
Katalaansemoció
Nederduitsandoning
Noorsfølelse
Papiamentsemoshon
Portugeesabalo; comoção; emoção
SaterfriesBewäägenge; Rüürenge
Spaansemoción
Sweedskänsla; sinnesrörelse
Tsjeggiesdojetí; pohnutí
Wes‐Friesoandienens; oandwaning
Yslandstilfinning