Informasie oor die woord partij (Nederlands → Esperanto: partio)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/pɑrˈtɛi̯/
Afbrekingpar·tij
Geslagvroulik
Meervoudpartijen

Voorbeelde van gebruik

Ook over de visserij, een van de andere pijnpunten, liggen de twee partijen nog ver uit elkaar

Vertalinge

Afrikaansparty
Engelsparty
Esperantopartio
Sweedsparti
Wes‐Friespartij