Informasie oor die woord zien (Nederlands → Esperanto: vidi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/zin/
Afbrekingzien

Voorbeelde van gebruik

Het is beter dat mijn vader je niet ziet, Hans.
Zie je die man daar?
Zaagt ge niemand op het schip, zoëven?
Hij keek rond, maar hij zag Anneke niet.
Ik zie die twee jongens niet.
Zodra wij hem zagen, hebben wij op hem geschoten.

Vertalinge

Afrikaanssien
Deensse
Duitssehen
Engelssee
Esperantovidi
Fransvoir
Nederduitsseen
Papiamentsmira
Spaansver
Wes‐Friessjen