Informasie oor die woord afsluiten (Nederlands → Esperanto: fari)

Sinonieme: toebrengen, aandoen, aangaan, stellen, doen, sluiten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɑfslœy̯̯tən)/
Afbrekingaf·slui·ten

Voorbeelde van gebruik

Als bedrijven meer afval hebben, moeten ze een contract afsluiten met particuliere afvalinzamelaars.

Vertalinge

Afrikaansaangaan
Duitsschließen
Engelsreach; strike
Esperantofari
Jamaikaanse Patoisdu
Skotsdae
Wes‐Friesdwaan