Informasie oor die woord louche (Nederlands → Esperanto: fia)

Sinonieme: gemeen, onguur, ploertig, rottig, vilein, vuig

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/lusj/
Afbrekinglouche

Trappe van vergelyking

Stellende traplouche
Vergrotende traploucher
Oortreffende traplouchest

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOortreffende trap
Predikatiefloucheloucher(het) louchest, (het) loucheste
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudlouchelouchereloucheste
Onsydige enkelvoudloucheloucherlouchest
Meervoudlouchelouchereloucheste
Bepaaldlouchelouchereloucheste
Partitiefloucheslouchers 

Voorbeelde van gebruik

Ik heb het idee dat Adelbert zich met louche zaken bezighoudt.
Laat dit ondertussen een les voor je zijn om je voortaan niet meer in te laten met zulke louche figuren als ik.

Vertalinge

Duitsverächtlich
Engelsnasty; foul; gross; lousy; low; lowlife; sleazy
Esperantofia
Finsinhottava
Fransabject; dégoûtant; repoussant