Informasie oor die woord net (Nederlands → Esperanto: deca)

Sinonieme: behoorlijk, betamelijk, fatsoenlijk, keurig, netjes, voegzaam, welvoeglijk

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/nɛt/
Afbrekingnet

Voorbeelde van gebruik

Natuurlijk is dit het nette deel van de stad.
Ze wonen in Merlinville en komen uit een net gezin.

Vertalinge

Duitsgehörig; gebührend; geziemend; anständig; schicklich; dezent; tüchtig; ordentlich
Engelsdecent
Esperantodeca
Fransconvenable
Italiaansdecente
Nederduitsbehöyrlik
Portugeesconveniente; decoroso; próprio
Saterfriesbescheeden; beskeeden; däftich; doane; eerboar; fonsuunelk; goud
Spaansconveniente; decente