Informasie oor die woord aangaan (Nederlands → Esperanto: ekbruli)

Sinonieme: aanflitsen, aanfloepen, ontbranden, in brand vliegen, vuur vatten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈaŋɣan/
Afbrekingaan·gaan

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(hij) gaat aan(hij) ging aan
(zij) gaan aan(zij) gingen aan
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat hij) aanga(dat hij) aanginge
(dat zij) aangaan(dat zij) aangingen
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
aangaand, aangaande(zijn) aangegaan

Voorbeelde van gebruik

Hij zuchtte en wierp een blik op het slot in de verte waar nu de eerste lichtjes aangingen.
Toen Sam binnenkwam, stond Splijtsteen uit te kijken over zijn hoofdstad, waar een voor een de lichten aangingen.

Vertalinge

Duitsentbrennen; in Brand geraten
Engelsburn; take fire; light
Esperantoekbruli
Franss’allumer
Portugeescomeçar a queimar
Saterfriestunderje
Wes‐Friesoangean