Informasie oor die woord doemen (Nederlands → Esperanto: kondamni)

Sinoniem: veroordelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdumə(n)/
Afbrekingdoe·men

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) doem(ik) doemde
(jij) doemt(jij) doemde
(hij) doemt(hij) doemde
(wij) doemen(wij) doemden
(jullie) doemen(jullie) doemden
(gij) doemt(gij) doemdet
(zij) doemen(zij) doemden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) doeme(dat ik) doemde
(dat jij) doeme(dat jij) doemde
(dat hij) doeme(dat hij) doemde
(dat wij) doemen(dat wij) doemden
(dat jullie) doemen(dat jullie) doemden
(dat gij) doemet(dat gij) doemdet
(dat zij) doemen(dat zij) doemden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
doemdoemt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
doemend, doemende(hebben) gedoemd

Voorbeelde van gebruik

Het lijkt wel alsof ik gedoemd ben ongeluk te brengen aan ieder die mij vriendelijk gezind is.

Vertalinge

Afrikaansveroordeel; vonnis
Deensdømme
Duitsverdammen; verurteilen; verwerfen
Engelscondemn; doom
Esperantokondamni
Faroëesdøma
Franscondamner
Italiaanscondannare
Katalaanscondemnar
Papiamentskondená
Portugeesamaldiçoar
Saterfriesferdamme; feruurdeelje
Spaanscondenar
Sweedsdöma
Tsjeggiesodsoudit; odsuzovat
Wes‐Friesferoardielje