Informasie oor die woord verlaten (Nederlands → Esperanto: foriri de)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈlatə(n)/
Afbrekingver·la·ten

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) verlaat(ik) verliet
(jij) verlaat(jij) verliet
(hij) verlaat(hij) verliet
(wij) verlaten(wij) verlieten
(jullie) verlaten(jullie) verlieten
(gij) verlaat(gij) verliet
(zij) verlaten(zij) verlieten
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) verlate(dat ik) verliete
(dat jij) verlate(dat jij) verliete
(dat hij) verlate(dat hij) verliete
(dat wij) verlaten(dat wij) verlieten
(dat jullie) verlaten(dat jullie) verlieten
(dat gij) verlatet(dat gij) verlietet
(dat zij) verlaten(dat zij) verlieten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verlaatverlaat
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
verlatend, verlatende(hebben) verlaten

Voorbeelde van gebruik

Morgen, als alles goed gaat, verlaten we Settra.
Voldaan over wat hij die avond bereikt had, verliet hij de herberg en ging zijns weegs.
Ongeveer een uur na middernacht verliet het groepje het kamp.
Simon Templar had Londen verlaten.

Vertalinge

Afrikaansverlaat
Duitsverlassen
Engelsleave
Esperantoforiri de
Fransquitter