Informasie oor die woord uitbrengen (Nederlands → Esperanto: eldoni)

Sinonieme: emitteren, uitgeven

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈœy̯dbrɛŋə(n)/
Afbrekinguit·bren·gen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) breng uit(ik) bracht uit
(jij) brengt uit(jij) bracht uit
(hij) brengt uit(hij) bracht uit
(wij) brengen uit(wij) brachten uit
(jullie) brengen uit(jullie) brachten uit
(gij) brengt uit(gij) brachtet uit
(zij) brengen uit(zij) brachten uit
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) uitbrenge(dat ik) uitbrachte
(dat jij) uitbrenge(dat jij) uitbrachte
(dat hij) uitbrenge(dat hij) uitbrachte
(dat wij) uitbrengen(dat wij) uitbrachten
(dat jullie) uitbrengen(dat jullie) uitbrachten
(dat gij) uitbrenget(dat gij) uitbrachtet
(dat zij) uitbrengen(dat zij) uitbrachten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
breng uitbrengt uit
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
uitbrengend, uitbrengende(hebben) uitgebracht

Voorbeelde van gebruik

Als uitgevers merken dat een nieuw idee de ronde doet, dan kunnen ze proberen daar zo snel mogelijk een boek over uit te brengen om de concurrentie voor te zijn.

Vertalinge

Afrikaansuitreik
Deensudgive
Duitsherausgeben; ausgeben; verlegen
Engelspublish
Esperantoeldoni
Faroëesgeva út
Franséditer
Katalaanseditar
Nederduitsüütgeaven
Papiamentseditá; saka
Poolswydać
Portugeeseditar; emitir; proferir; publicar
Saterfrieshääruutreeke
Spaanseditar