Informasie oor die woord klaren (Nederlands → Esperanto: pretigi)

Sinonieme: bereiden, klaarmaken, gereed maken, toebereiden, verzetten, in gereedheid brengen, gereedmaken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈklaːrə(n)/
Afbrekingkla·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) klaar(ik) klaarde
(jij) klaart(jij) klaarde
(hij) klaart(hij) klaarde
(wij) klaren(wij) klaarden
(jullie) klaren(jullie) klaarden
(gij) klaart(gij) klaardet
(zij) klaren(zij) klaarden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) klare(dat ik) klaarde
(dat jij) klare(dat jij) klaarde
(dat hij) klare(dat hij) klaarde
(dat wij) klaren(dat wij) klaarden
(dat jullie) klaren(dat jullie) klaarden
(dat gij) klaret(dat gij) klaardet
(dat zij) klaren(dat zij) klaarden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
klaarklaart
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
klarend, klarende(hebben) geklaard

Voorbeelde van gebruik

Tegen vijf uur was de helft van het karwei geklaard.

Vertalinge

Afrikaansvoltooi
Deensfuldende
Duitszurichten
Engelsprepare; finish
Esperantopretigi
Fransapprêter; goupiller
Hongaarskészít
Italiaansapprestare; preparare
Portugeesaparelhar; aprontar; preparar
Saterfriestougjuchte
Spaansdisponer; preparar
Wes‐Friesklearmeitsje