Informasie oor die woord drijven (Nederlands → Esperanto: drivi)

Sinonieme: afdrijven, op drift zijn

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdrɛi̯və(n)/
Afbrekingdrij·ven

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) drijf(ik) dreef
(jij) drijft(jij) dreef
(hij) drijft(hij) dreef
(wij) drijven(wij) dreven
(jullie) drijven(jullie) dreven
(gij) drijft(gij) dreeft
(zij) drijven(zij) dreven
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) drijve(dat ik) dreve
(dat jij) drijve(dat jij) dreve
(dat hij) drijve(dat hij) dreve
(dat wij) drijven(dat wij) dreven
(dat jullie) drijven(dat jullie) dreven
(dat gij) drijvet(dat gij) drevet
(dat zij) drijven(dat zij) dreven
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
drijfdrijft
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
drijvend, drijvende(hebben) gedreven

Voorbeelde van gebruik

Het hout was niet stroomafwaarts gedreven, zoals de bedoeling was geweest.
De boot dreef naar een ondiep, modderig gedeelte.

Vertalinge

Duitsabtreiben; treiben; dahintreiben; dahingetrieben werden; getrieben werden; abweichen
Engelsbe adrift; drift
Esperantodrivi
Faroëesreka
Fransdériver
Portugeesderivar
Spaansir a la deriva
Wes‐Friesdriuwe