Informasie oor die woord meegeven (Nederlands → Esperanto: doni por kunporti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈmeɣevə(n)/
Afbrekingmee·ge·ven

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) geef mee(ik) gaf mee
(jij) geeft mee(jij) gaf mee
(hij) geeft mee(hij) gaf mee
(wij) geven mee(wij) gaven mee
(jullie) geven mee(jullie) gaven mee
(gij) geeft mee(gij) gaaft mee
(zij) geven mee(zij) gaven mee
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) meegeve(dat ik) meegave
(dat jij) meegeve(dat jij) meegave
(dat hij) meegeve(dat hij) meegave
(dat wij) meegeven(dat wij) meegaven
(dat jullie) meegeven(dat jullie) meegaven
(dat gij) meegevet(dat gij) meegavet
(dat zij) meegeven(dat zij) meegaven
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
geef meegeeft mee
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
meegevend, meegevende(hebben) meegegeven

Voorbeelde van gebruik

Je kunt de boodschap aan die twee daar meegeven.

Vertalinge

Esperantodoni por kunporti
Nederduitsmedgeaven