Informasie oor die woord gebieden (Nederlands → Esperanto: ordoni)

Sinonieme: bevelen, bevel geven, gelasten, sommeren, verordenen, voorschrijven, verordonneren, ordonneren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɣəˈbidə(n)/
Afbrekingge·bie·den

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) gebied(ik) gebood
(jij) gebiedt(jij) gebood
(hij) gebiedt(hij) gebood
(wij) gebieden(wij) geboden
(jullie) gebieden(jullie) geboden
(gij) gebiedt(gij) geboodt
(zij) gebieden(zij) geboden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) gebiede(dat ik) gebode
(dat jij) gebiede(dat jij) gebode
(dat hij) gebiede(dat hij) gebode
(dat wij) gebieden(dat wij) geboden
(dat jullie) gebieden(dat jullie) geboden
(dat gij) gebiedet(dat gij) gebodet
(dat zij) gebieden(dat zij) geboden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
gebiedgebiedt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
gebiedend, gebiedende(hebben) geboden

Voorbeelde van gebruik

Zijn godsdienst gebood hem zijn vijand te vergeven.
Onder geen beding mag je hem weer opheffen, totdat ik dat gebied.

Vertalinge

Afrikaansbeveel
Duitsanordnen; befehlen; gebieten; verordnen; vorschreiben
Engelscommand; order; dictate
Esperantoordoni
Faroëesskipa fyri
Finskäskeä
Franscommander; enjoindre; ordonner; sommer
Katalaansmanar; ordenar
Luxemburgsbefielen; virschreiwen
Poolsrozkazywać
Portugeesdar ordem; mandar; ordenar; prescrever
Roemeenscomanda; ordona
Russiesвелеть; приказать; приказывать
Saterfriesanoardenje; befeele; feroardenje; foarschrieuwe; foarskrieuwe; gebjoode
Spaansmandar; ordenar
Sweedsbefalla; påbjuda
Thaiสั่ง
Wes‐Friesbefelje