Informasie oor die woord lachje (Nederlands → Esperanto: rideto)

Sinoniem: glimlach

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈlɑxjə/
Afbrekinglach·je

Voorbeelde van gebruik

Het ventje staakte zijn geschreeuw en een onaangenaam lachje trok om zijn mondhoeken.

Vertalinge

Afrikaansglimlag
Deenssmil
Engelssmile
Esperantorideto
Franssourire
Italiaanssorriso
Katalaanssomriure
Noorssmil
Papiamentssonrisa
Poolsuśmiech
Portugeessorriso
Spaanssonrisa
Sweedsleende; småleende
Yslandsbros